Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [14]Hij nam ook van [15]het zaad des lands, en [16]legde het in een zaadakker; hij nam het, hij zette het [17]bij vele wateren [18]met grote voorzichtigheid. 14. Te weten de voorgemelde arend, de koning Nebukadnezar. 15. Dat is, van degenen, die in het land Juda geboren waren. Versta, Matthanja, den oom van Jechonia, dat is, zijns vaders Jojakims broeder, genaamd van Nebukadnezar Zedekia; 2 Kon.24:17. 16. Dat is, hij stelde Zedekia tot koning over Juda. 17. Dat is, in een bekwame plaats, waar het wel kon groeien. 18. Dat is, met wijze en welbedachte voorwaarden. Anders: [als] een wilgenboom, die gaarne bij het water wast.